'BOOR gaat 50% CO2-reductie in 2030 halen'

De 78 scholen van BOOR uit Rotterdam zullen in 2030 samen 50% minder CO2 uitstoten dan in 1990. Daarmee voldoet het bestuur aan de doelstellingen in het in juli 2019 gepresenteerde Klimaatakkoord. Dat blijkt uit globale berekeningen waar de effecten van nieuwbouw, renovaties en onderhoud op het energieverbruik zijn ingecalculeerd. Huisvestingsspecialist en beleidsconsulent duurzaamheid en energie Remco Verheij van BOOR heeft het energieverbruik voor de vastgoedportefeuille van het schoolbestuur inzichtelijk gemaakt. "Ik wilde weten welke energiebesparende maatregelen wij moeten nemen om de vereiste besparing te kunnen halen."

Inzicht in toekomstig energieverbruik
Hoe kan een schoolbestuur 50% reductie van CO2-uitstoot in 2030 realiseren? Door de huidige situatie in beeld te hebben en serieus te kijken naar de mogelijkheden, zegt Remco Verheij. Hij bedacht een methode om de ontwikkeling van het energieverbruik van schoolgebouwen te analyseren. “Je kunt vrij goed inschatten hoe de schoolgebouwen zich in de komende tien jaar gaan ontwikkelen. Dat heeft ook effect op het energieverbruik.”

In het Klimaatakkoord wordt het energieverbruik van gebouwen in 1990 als ijkpunt genomen. Dat is niet handig, zegt Remco, want bijna geen enkel schoolbestuur heeft die oude gegevens nog paraat. Het blijkt dat een besparing van 50% ten opzichte van 1990 voor de vastgoedportefeuille van BOOR op hetzelfde neerkomt als een besparing van 44% ten opzichte van 2017. "Ik neem het verbruik in 2017 als ijkpunt. Daarom heb ik als eerste het verbruik van elektra, gas en stadsverwarming in 2017 ingevuld.”

Na de verbruiksgegevens van 2017 zijn de cijfers van 2018 toegevoegd. Dat leidt al tot verrassende inzichten. Remco: "Ik weet op welke scholen er recent energiebesparende maatregelen zijn genomen. De effecten daarvan moeten zichtbaar zijn door een lager energieverbruik op die scholen. Dan weet je dus of die maatregelen het verwachte effect hebben.”

Schatting van het energieverbruik in 2030
Als er niets aan de schoolgebouwen wordt gedaan is het aannemelijk dat het verbruik in 2030 even hoog is als in 2018. Het verbruik in 2018 dient daarom als uitgangspunt voor 2030. Remco: “Als uitgangspunt neem ik het verbruik in 2018. Daarna kijk ik per gebouw welke werkzaamheden er in de komende tien jaren zijn gepland en dan verwerk ik de effecten van die werkzaamheden op het energieverbruik in 2030. Het is dus een kwestie uitzoeken hoe elk schoolgebouw zich de komende tien jaar gaat ontwikkelen. Daar moet je even goed voor gaan zitten.”

Verheij weet uit de IHP’s welke scholen in de komende tien jaar een nieuw gebouw krijgen. Die gebouwen voldoen aan BENG, dus daar kan in 2030 een verbruik op BENG-niveau voor worden genoteerd. In de nieuwe gebouwen worden soms scholen samengevoegd. Dat betekent dat er oude locaties gaan sluiten. Van die locaties kan het energieverbruik in 2030 worden geschrapt.

Een flink aantal scholen zal in de komende tien jaar worden gerenoveerd. Er is nog niet bekend wat daar aan energiebesparende maatregelen wordt genomen. Remco: “Wij gaan bij die projecten zeker ingrijpende energiebesparende maatregelen nemen. Daarom ga ik in mijn analyse voor 2030 uit van een energieverbruik dat even laag is als van ons huidige meest energiezuinige gerenoveerde schoolgebouw.”

Op dezelfde manier worden voor de overige schoolgebouwen de effecten van alle geplande bouwkundige maatregelen voor de komende tien jaar verwerkt. Zoals het vervangen van verlichting en isoleren van de schil.

Extra maatregelen nodig
Alle effecten op energiebesparing door nieuwbouw, renovatie en onderhoud voor de hele vastgoedportefeuille van BOOR leveren opgeteld een CO2-reductie van 28% op. "Dat is lang niet voldoende. We moeten meer besparen. Dat kan door te focussen op de (gas)verwarming, want die draagt het meest bij aan de uitstoot van CO2.”

Verheij heeft uitgezocht dat er drie maatregelen nodig zijn om de 44% besparing wel te halen. Ten eerste moeten de installaties op afstand regelbaar worden gemaakt. Ten tweede moet er energiezuinig worden verwarmd. Als derde moet de warmtevraag per ruimte worden geregeld met een goed Gebouw Beheer Systeem (GBS).

Bij BOOR zijn deze drie maatregelen in 2017/2018 in enkele scholen in de praktijk getest. Als deze maatregelen in alle scholen worden doorgevoerd zijn de besparingen die dat oplevert net voldoende zijn om de vereiste 44% CO2-reductie te halen. Remco: "Ik weet nu dus welke maatregelen we in de komende tien jaar in de scholen moeten nemen.”

Betaalbaarheid van energiebesparende maatregelen
De eerste vraag die elk schoolbestuur zal stellen bij het nemen van energiebesparende maatregelen is welke kosten daarmee gepaard gaan. Verheij denkt dat daar geen enkel probleem ontstaat, tenminste als alle projecten doorgaan zoals ze nu zijn gepland. Want de kosten van (vervangende) nieuwbouw kunnen vanuit de gemeentelijke zorgplicht worden gedekt. De bijdragen van het schoolbestuur aan renovatie zijn al gereserveerd of onderdeel van geplande werkzaamheden in het MJOP.  Ook de overige investeringen maken vrijwel geheel deel uit van reeds geplande werkzaamheden in het meerjaren onderhoudsplan (MJOP).

Remco: "De maatregelen die wij hebben getest kosten circa €65.000 per school. Die bestaan uit vervanging van de CV-installatie en de radiatorkranen. Dat kost circa €30.000 en dat is al gereserveerd in het MJOP. Het enige waar het schoolbestuur extra in moet investeren is een nieuw GBS van €35.000. Dat lijkt veel, maar dat kan in tien jaar worden afgeschreven. En er staat een jaarlijkse besparing op de energiekosten tegenover van soms wel €5.400. Die investering zorgt dus uiteindelijk voor een positief resultaat op de schoolbegroting."

Conclusie en haalbaarheid
De conclusie van de analyse van Remco Verheij van het energieverbruik voor de vastgoedportefeuille van BOOR is dat 44% CO2-reductie ten opzichte van 2017 in technisch opzicht zonder meer haalbaar is. Tussen nu en 2030 is bij BOOR vrijwel elke installatie sowieso aan de beurt om vervangen te worden en de kosten daarvan zijn al gereserveerd in het MJOP. De vervanging en verbetering van de installaties kan plaatsvinden op een natuurlijk moment en de bekostiging is grotendeels gedekt. De extra investeringen die moeten worden gedaan kunnen over tien jaar worden afgeschreven en worden ruimschoots terugverdiend uit de besparingen op energie.

Over de haalbaarheid is Verheij positief. Hij is bij het selecteren van maatregelen uitgegaan van bestaande technieken. De komende jaren zullen er zondermeer betere technische oplossingen beschikbaar komen, waarmee een nog grotere energiebesparing kan worden gerealiseerd. “Mijn analyse is een conservatieve ruwe inschatting, waarin niet alle effecten zijn meegenomen. Toch geeft deze berekening mij voldoende vertrouwen dat we bij BOOR met onze vastgoedportefeuille de vereiste CO2-reductie wel gaan halen.”


Deze praktijkervaring is opgesteld vanuit het ondersteuningsprogramma ‘Scholen besparen Energie’. Dit 2-jarige programma ondersteunt schoolbesturen in 2019 en 2020 bij het nemen van eenvoudige en laagdrempelige maatregelen om energie te besparen.

In bovenstaande praktijkcasus is invulling gegeven aan alle 10 maatregelen waarmee scholen aan de slag kunnen. Voor een volledig overzicht van de tips wordt verwezen naar de website www.scholenbesparenenergie.nl.

 

Afbeelding verwijderd.

 

Hulp nodig? Bel de Helpdesk 085-3032602.  Hulp nodig  op locatie? Vraag de energiebespaarder aan via www.scholenbesparenenergie.nl.

Body Tabs
Type gebouw

Primair onderwijs

Jaar van de verduurzaming

2018 - 2030

Type maatregelen

Monitoren
Energiemanagement
Verwarmen
Verlichten
Ventileren
Koelen
Energie opwekken

Actief betrokken

Beleidsmedewerkers
Bestuur

Ons team staat klaar voor uw vragen

Heeft u een vraag naar aanleiding van een van de praktijkervaringen of heeft u niet gevonden wat u zocht? Neem dan gerust contact met ons op.

Contact opnemen